Bij de huisarts

Help! Ik heb last van overmatig zweten

Zweten is een normale eigenschap van het lichaam en in sommige situaties een gepaste reactie. Sommige mensen zweten meer of makkelijker dan anderen. Als zweten hinderlijk is in het dagelijks leven, begint de zoektocht naar een oplossing meestal buiten de spreekkamer van een arts. De keuze bij de drogist is reuze, maar producten die bij de drogist verkrijgbaar zijn helpen niet iedereen voldoende. Bij de meeste mensen die overmatig zweten, is het een hinderlijk lokaal probleem (alleen oksels of handen bijvoorbeeld). Hiervoor wordt zelden tot nooit een oorzaak gevonden. Mensen die overmatig zweten over het hele lichaam doen er verstandig aan om uit te laten zoeken of er niet iets anders aan de hand is dat het zweten veroorzaakt. Op deze pagina leggen we uit bij wie je met je probleem terecht kunt en wat je mag verwachten.

Naar de dokter

Er zijn geen betrouwbare cijfers over het aantal mensen in Nederland dat lijdt aan overmatig zweten. Naar schatting gaat het om 1 tot 3 procent van de bevolking. Dat betekent dat van elke 100 personen er 1 tot 3 mensen last hebben van overmatig zweten. Niet iedereen gaat met dit probleem naar een dokter. Als overmatig zweten voor jou een probleem is, vanwege de hoeveelheid zweet en/of vanwege de geur, dan kun je terecht bij jouw huisarts.

In Nederland is de huisarts de eerste medisch specialist waarmee je kunt bespreken dat je last hebt van overmatig zweten. Huisartsen houden zich aan een richtlijn, een soort stappenplan. De huisarts probeert te ontdekken wat er aan de hand zou kunnen zijn en welke vervolgstappen het beste bij jouw situatie passen.

Anamnese

Een bezoek aan de huisarts begint meestal met de zogenaamde anamnese. Dat is een duur woord voor het vraaggesprek. De huisarts stelt vragen om jouw probleem beter te begrijpen. De huisarts zal bijvoorbeeld vragen stellen over wanneer het zweten is begonnen, hoe vaak je er last van hebt en in welke situaties het voorkomt. Uiteraard wil de huisarts weten waar op het lichaam je overmatig zweet. Het kan helpen om de huisarts te vertellen over uitlokkende factoren of triggers en over welke oplossingen je zelf al geprobeerd hebt.

Het is voor de huisarts van belang om onderscheid te maken tussen primaire hyperhidrose en secundaire hyperhidrose. Overmatig zweten wordt ‘primaire hyperhidrose’ genoemd als het zweten geen aanwijsbare oorzaak heeft. Er is dan geen ziekte die het zweten veroorzaakt. Bij ‘secundaire hyperhidrose’ wordt het overmatig zweten veroorzaakt door een onderliggend probleem. Dit kan een ziekte zijn, maar bijvoorbeeld ook een bijwerking van bepaalde medicijnen. Zweten dat wordt veroorzaakt door een onderliggend probleem is zeldzaam en meestal is er dan sprake van zweten over het hele lichaam. Bij overmatig zweten zonder aanwijsbare oorzaak is vrijwel altijd sprake van lokaal overmatig zweten, bijvoorbeeld alleen oksels, handen en/of voeten.

Lichamelijk onderzoek

Om te bepalen of er sprake is van overmatig zweten, hoeft de huisarts meestal geen lichamelijk onderzoek te doen. Soms kan het nodig zijn dat de huisarts de huid bekijkt op de plek van het overmatig zweten. Als de huisarts een onderliggende ziekte vermoedt, zal het lichamelijk onderzoek uitgebreider zijn.

Aanvullend onderzoek

Als de huisarts tot de conclusie komt dat bij jou waarschijnlijk sprake is van primaire hyperhidrose, dus overmatig zweten zonder aanwijsbare oorzaak, dan is aanvullend onderzoek niet nodig. In het geval dat er aanwijzingen zijn voor een mogelijke onderliggende oorzaak, dan zal de huisarts het aanvullend onderzoek voorstellen dat nodig is om hierover meer duidelijkheid te krijgen. Welk aanvullend onderzoek er (als eerst) gedaan wordt, hangt af van waar de huisarts het meest aan denkt. Als angst, opvliegers of medicijnen de mogelijke boosdoener zijn, zal de huisarts dit vaak in eerste instantie zelf behandelen. Wanneer aan een andere onderliggende ziekte wordt gedacht, zal de huisarts je verwijzen naar de medisch specialist die daar het meest vanaf weet.

Behandeling

De basis van de behandeling van overmatig zweten bestaat uit het geven van voorlichting en advies. Soms is het probleem zonder medicijnen op te lossen. Betrouwbaar voorlichtingsmateriaal is op onze website te vinden, maar neem eventueel ook eens een kijkje op Thuisarts.nl.

Niet-medicamenteuze adviezen gaan onder andere over het gebruik van diverse huidverzorgingsproducten, kledingkeuzes en het verwisselen van natte kleren voor droge kleding en het aanpassen van je omgeving met bijvoorbeeld een ventilator.

Medicijnen

Als je overmatig zweten als storend ervaart, zal de huisarts een behandeling met een medicijn met aluminiumzouten bespreken. Aluminiumzouten vormen als het ware propjes die de uitvoergangen van zweetklieren tijdelijk blokkeren. Het duurt meestal een aantal dagen voordat je de werking begint te merken en als je stopt met het aanbrengen van het medicijn, stopt de werking zodra de zweetklieren niet meer geblokkeerd worden.

Smeren
Eerst kan behandeling met een aluminiumchlorideoplossing 20% worden geprobeerd. Dit is een sterk zure oplossing, waardoor als bijwerking huidirritatie en jeuk kunnen ontstaan. Door het middel kunnen kleding en metalen (sieraden, bril) verkleuren. De kans op bijwerkingen kun je verkleinen door het middel aan te brengen op een droge huid. Er wordt daarom geadviseerd om de oplossing voor het slapen aan te brengen, omdat je ‘s nachts meestal minder zweet. Eventuele verkleuring van (nacht)kleding is dan voor veel mensen ook een minder groot probleem.

Andere mogelijkheden zijn behandeling met aluminiumhydroxychlorideoplossing 15% of aluminiumhydroxychloridecrème 20%. Deze middelen werken iets minder sterk, maar leiden daarom minder vaak tot bijwerkingen. In overleg met je huisarts kun je proberen welk middel voor jou voldoende werkt en waarvan je de minste bijwerkingen hebt. In het begin moet je deze middelen elke dag gebruiken. Zodra je een goed effect hebt bereikt, kun je uitproberen hoe vaak smeren voor jou nodig is om de werking te behouden. Bespreek bijwerkingen altijd met je huisarts. Maak een nieuwe afspraak bij de huisarts als je een middel 4 weken volgens voorschrift hebt gebruikt, maar je klachten niet voldoende verminderd zijn.

Een medicijn dat nog geen officiële plek heeft gekregen in de standaard is glycopyrroniumbromidecrème 1%. Dit medicijn is speciaal ontwikkeld voor de behandeling van overmatig okselzweten. Als aluminium(hydroxy)chloride onvoldoende effect had, kan bij overmatig okselzweten het smeren van glycopyrroniumbromidecrème 1% worden overwogen, voordat het slikken van tabletten geprobeerd wordt. De crème moet de eerste 4 weken dagelijks worden aangebracht. Als het medicijn effectief is, kan geprobeerd worden of het effect behouden blijft bij minder vaak smeren. Overleg met je huisarts of je dit medicijn mag gebruiken, welke voorzorgsmaatregelen belangrijk zijn en welke bijwerkingen kunnen optreden.

Slikken
Als je klachten niet verbeterd zijn na behandeling met een oplossing met aluminiumzouten is het verstandig om opnieuw naar de huisarts te gaan. Bij ernstige klachten kan de huisarts overwegen om een behandeling met oxybutynine voor te stellen. Het voorschrijven van dit medicijn is bij overmatig zweten ‘off-label’. Off-label gebruik van een medicijn betekent dat je een medicijn neemt dat eigenlijk voor de ene aandoening bedoeld is, maar dat de (bij)werking van dit medicijn ook kan helpen bij een andere aandoening.

De huisarts zal met je bespreken dat de dosering van oxybutynine geleidelijk zal worden opgehoogd, totdat je voldoende effect merkt en de bijwerkingen acceptabel zijn gebleven. De eerste dagen kan het middel ook je rijvaardigheid negatief beïnvloeden, daarom wordt aanbevolen tijdelijk niet te rijden. Meestal zal na 3 maanden geprobeerd worden om de behandeling af te bouwen. Werkt het niet of heb je te veel bijwerkingen, dan kun je de behandeling stoppen.

Van huisarts naar huidarts

Soms heeft behandeling met aluminiumzouten, glycopyrroniumbromide of oxybutynine onvoldoende geholpen. Of misschien had je te veel last van bijwerkingen, waardoor langdurige behandeling niet vol te houden was. Er zijn dan gelukkig nog meer behandelingen mogelijk, maar hiervoor zal de huisarts je verwijzen naar een dermatoloog (huidarts).